Natalie Dupon (31), jong moeder
Moeder van Noah Summerville (10)
’Voor de geboorte van mijn zoon Noah studeerde ik net en had ik een bijbaantje in een kledingwinkel. Zoals zoveel meiden slikte ik de pil alleen ik vergat er wel eens eentje. Toen mijn menstruatie uitbleef raakte ik in paniek en moest ik gaan testen. Voor de test was ik overtuigd dat als ik in verwachting was dat ik het weg zou laten halen. Mijn grootste angst was niet zo zeer het kind zelf, maar ik zag het schrikbeeld al voor me, wandelend in de stad met een uitkering en een kinderwagen. Ik bleek in verwachting en maakte een afspraak bij de abortuskliniek maar naarmate de tijd naderde, voelde het niet goed. Na een lang gesprek met een goede vriend besloot ik het kind te houden en richtte me vooral op de mogelijkheden die er waren. Zo heb ik het toelatingsexamen gedaan met mijn hoogzwangere buik en drie weken na de geboorte van Noah de draad weer opgepakt. In het eerste jaar was er nog geen opvang dus werkte ik en zijn vader echt in ploegendiensten en had ik godzijdank veel hulp van mijn zus Bianca en mijn nicht Tamara. Nu is Noah 10 jaar en heb ik een hele sterke, goede open band met hem, hij is erg zorgzaam en lief. Ik zou tegen alle tienermoeders willen zeggen dat je het aan kunt als je per ongeluk zwanger raakt. Spreek van een gelukje in plaats van een ongelukje. Een kind zit je carrière niet in de weg, het maakt het managen ervan wel tot een grotere uitdaging. Solliciteren naar die manager functie wordt een makkie, want werkende moeders are born managers! Noah is nu tien en sinds de laatste twee jaar heb ik wel erg sterk het verlangen naar een tweede, ik smelt wanneer ik een baby zie. Het zal wel met de leeftijd te maken hebben, dus wie weet?’
Wendy Bruschke (39, afdelingsmanager in de psychiatrie, Haarlem)
Bewust alleenstaand moeder via IVF
Moeder van Joris Bruschke (2)
’Ik had alles voor elkaar: een leuke vriendenkring, een gezellig huis, goede baan maar ik miste iets, er was een leegte. Ik heb altijd geweten dat ik moeder wilde worden en zag een traditioneel gezin voor me met een vader, moeder en kinderen maar toen een lange relatie uitbleef ben ik serieus gaan nadenken over mijn kinderwens. Ik was er al snel uit: ik wilde dolgraag een kindje, dan maar zonder een partner. In diezelfde periode werd er een voorstadium van baarmoederhalskanker geconstateerd en door de vele complicaties die dat met zich meebracht, werd de kans steeds kleiner om zwanger te worden. Het was nu of nooit en ik heb eerst in mijn eigen omgeving naar een donor gezocht, maar toen die wens uitbleef ben ik naar de spermabank gegaan. Pas bij poging nummer vijf werd ik zwanger. Het is niet moeilijker om in je eentje de zwangerschap en de opvoeding te beleven, het creëert ook een zekere rust. Ik hoef me niet druk te maken over wat mijn partner denkt of vindt en heb me ook nooit eenzaam gevoeld. Dooddoeners dat het zwaar zou worden wuifde ik weg want mijn nabije omgeving heeft me altijd gesteund. Als Joris zestien is kan hij zijn donorpaspoort opvragen. Het is een fijn idee dat het kan. Zelf heb ik me bewust niet verdiept in de karakteristieke kenmerken van de donor, Joris is een heel lief jongetje met een eigen persoonlijkheid. Joris is te vroeg geboren en dat was een ontzettend spannende tijd waarin hij moest vechten voor zijn leven. Nu hebben we samen ons ritme gevonden en wordt het alleen maar leuker. Ik geniet intens van die kleine momenten samen als hij mijn hand pakt of als we samen de boodschappen uitpakken. Natuurlijk is het als bewust alleenstaande moeder veel geregel en moet je er best wat voor laten, maar het is de beste beslissing die ik ooit heb genomen. Ik krijg er zoveel liefde voor terug, we zijn echt een twee eenheid.’
Karin Koehoorn-Neven (40, parttime kledingwinkelmedewerker, Rockanje)
Moeder van 3 geadopteerde kinderen uit China
Moeder van dochters Evi Ni (8, Yulin) en Jette Qing (6, Nanning) en zoon Bing Liang (4, Beijing)
’Ik kom uit een echt ondernemersgezin en had als schoonheidsspecialiste en visagiste een druk bestaan. Al vrij jong trouwde ik met Alfred en we wilden dolgraag kinderen. Echter, toen de zwangerschap uitbleef, raadpleegden we een gynaecoloog die ons glashard vertelde dat het niet gemakkelijk zou zijn om via de biologische weg kinderen te krijgen en om adoptie te overwegen. We hadden tijd nodig om aan het idee te wennen maar daarna zijn we ons in de adoptieprocedure gaan verdiepen en we waren overtuigd: we wilden een kindje uit China adopteren. Een van de mooiste momenten was toen ik Evi mocht vasthouden, een gezond en fijn meisje van 11 maanden met een mooie, zachte blik in haar ogen. Het was echt een match made in heaven! De eerste drie maanden thuis na onze reis zijn we aan de hechting gaan werken zodat ze leerde vertrouwen te krijgen en zich te hechten. Na een jaar begon het weer te kriebelen en hebben we een tweede aanvraag gedaan wat resulteerde in onze prachtige dochter Jette. Ze was 13 maanden oud, het mooiste meisje wat je je kunt voorstellen. Guitig, maar wel verdrietig. Ze moest zo wennen aan haar nieuwe leven bij ons! Nu we haar kennen weten we dat het haar natuur is, ze kijkt de kat uit de boom en houdt niet van veranderingen. Na lang nadenken hebben we zelf de wens uitgesproken voor een derde kindje met de stichting. Gezien de huidige situatie in China werd ons een special need kindje voorgesteld, een jongetje van drieënhalf met een lichte handicap. We zijn er vol voor gegaan en hebben weer een reis naar China gemaakt waar we onze zoon Bing mochten omarmen. Bing heeft een vervormde hand en mist een aantal vingertjes maar bleek daar eigenlijk weinig beperking van te ondervinden. Bing is zo’n bijzonder kind dat zo goed in ons gezin past dat het bijna werk van hoger hand lijkt! Ik had nooit gedacht dat moeder zijn zo mooi kon zijn en het is duidelijk voor mij dat het niet uitmaakt of je je kind zelf baart of niet. Ieder kind heeft recht op liefde, aandacht en geborgenheid en als je dat kan geven, voel je je een onvoorstelbaar rijk mens!’
Petra van Keulen (44 jaar, doktersassisente, Terschelling), moeder via ICSI België
Moeder van dochter Anna (15)
‘Mijn man en ik leerden elkaar al vroeg kennen en hadden een lekker leven: mooi huis, een cabrio en een eigen zaak. Het was al snel duidelijk dat we dolgraag kinderen wilden maar na jaren proberen stapten we naar de dokter. Hier kregen we te horen dat het uitgesloten was om kinderen te krijgen. Mijn man had een zeer bijzondere aandoening waardoor hij te weinig zaadcellen produceerde en de kans dat we kinderen zouden krijgen was uitgesloten. Het was einde van het verhaal waardoor we adoptie overwogen. Toch bleef ik verder zoeken naar een manier om kinderen te krijgen en ik hoorde dat in Gent een techniek was ontwikkeld dat een stap verder ging dan IVF: ICSI. In België konden ze spermacellen direct in de eicel injecteren en het embryo terugplaatsen, alleen was dat in Nederland nog niet geoorloofd. Wij waren een van de eerste die deze techniek probeerden, het was nog in de experimentele fase maar het was alles of niets. We hadden eindelijk een kans en we gingen ervoor. Je leeft tussen hoop en wanhoop en de eerste keer ging het mis. In het ziekenhuis in Rotterdam werden mijn eicellen eruit gehaald en we reden met mijn eicellen in een buisje over de grens naar België, waar ze in Gent bevrucht werden met mijn mans zaadcellen. Het was bizar. Anne is één van de eerste ingevroren embryo’s die na ontdooiing is teruggeplaatst. De kans was zo goed als nihil en ik kan het gevoel niet omschrijven toen ik na zes weken op de echo een speldenknopje zag. Achteraf is het echt een wonder geweest, onze enige optie want daarna hebben we nog vijf pogingen gewaagd. Je verlegt je grenzen heel erg en je bent alleen nog maar bezig met vruchtbaarheidsonderzoeken dat je moet uitkijken dat je elkaar niet verliest. Je moet het echt samen doen anders heeft het een weerslag op je relatie. De band met mijn dochter is heel speciaal, ze weet dat ze een klein wonder is en hoe dankbaar en gelukkig ik ben dat zij in ons leven heeft mogen komen.’